Beschrijving van de proef
Algemeen
Voldoende
Volmaakt
Proef B - Uitsturen en komen op bevel
Beschrijving van de proef
a. De hond moet zonder halsband of lijn worden uitgezonden vanaf het eindpunt van proef A. De keurmeester geeft de richting aan waarheen de hond moet worden uitgezonden.
b. De hond moet op een afstand van ongeveer 30 meter voldoende vrij in beweging zijn.
c. Daarna moet de hond op bevel naar de voorjager komen.
d. De voorjager moet dit bevel onmiddellijk geven, nadat de keurmeester hem dit opdraagt.
e. Proef B wordt altijd in combinatie met proef A uitgevoerd.
Na afloop van proef B wordt de hond weer aangelijnd.
Beoordeling van de proef
Algemeen
Het uitsturen van de hond in een door de voorjager zelf gekozen richting is niet toegestaan. De hond dient op een afstand van ongeveer 30 meter zich voldoende vrij te tonen. De voorjager dient in zekere mate op zijn plaats te blijven. Voor wat betreft het "kom-signaal" kan een combinatie van attentie en uitvoeringssignaal als één bevel worden beschouwd.
Voldoende
De proef is voldoende afgelegd door de hond die naar het oordeel van de keurmeester binnen één minuut nadat met de proef is gestart, voldoende vrij is en voldoende afstand heeft genomen en vervolgens, na niet meer dan drie bevelen, binnen redelijke tijd bij zijn voorjager komt, zodat deze hem ter plaatse kan aanlijnen.
Volmaakt
De proef is volmaakt afgelegd door de hond die na één bevel direct uitgaat, na snel voldoende afstand te hebben genomen zich in alle vrijheid beweegt en vervolgens, na één bevel, onmiddellijk en zeer snel komt en zonder daartoe een afzonderlijke aanwijzing te hebben gekregen, dus uit zich zelf, aan de voeten van zijn voorjager gaat zitten.
Proef C - Houden van de aangewezen plaats
Beschrijving van de proef
a. De hond moet zonder halsband of lijn en zonder dat enig voorwerp bij de hond is achtergelaten, de hem aangewezen plaats houden tot zijn voorjager hem weer ophaalt.
b. De voorjager dient één volle minuut buiten het gezichtsveld van de hond te verblijven.
c. De keurmeester dient er op toe te zien dat de hond niet door verwaaiing of de inrichting van de proef kan weten dat zijn voorjager in zijn directe omgeving verblijft.
d. Na circa 30 seconden wordt er op een afstand van circa 30 meter in het verlengde van de hond in open terrein op aanwijzing van de keurmeester, een groene canvas dummy geworpen. De werper roept hierbij eenmalig bijvoorbeeld het woord “partout” ter attentie. De dummy moet voor de hond vanaf de inzetplek zichtbaar op de grond liggen. De werper blijft op de plaats staan vanaf het moment van werpen tot het moment dat de dummy is geapporteerd.
e. Nadat de minuut is verstreken mag de voorjager, op aanwijzing van de keurmeester, de hond ophalen.
f. De proef is beëindigd als de voorjager met de hond de aangewezen plaats verlaat.
Hierbij wordt de hond niet aangelijnd. De hond volgt los naar het inzetpunt van proef D.
g. Proef C wordt altijd in combinatie met proef D uitgevoerd. De gebruikte groene canvas dummy weegt ongeveer 500 gram.
Beoordeling van de proef
Algemeen
De beoordeling begint als de keurmeester de voorjager opdracht geeft zich naar de aflegplaats te begeven en eindigt als de voorjager met de hond de aangewezen plaats verlaat. De voorjager mag, zolang hij niet buiten het zicht van de hond is, ter correctie éénmaal teruglopen. De door de hond eenmaal aangenomen basishouding, liggend, zittend of staand, moet voor een volmaakte uitvoering worden gehandhaafd. De rust waarmee alles wordt uitgevoerd, is zeer bepalend voor de hoogte van het cijfer.
Voldoende
De proef is voldoende afgelegd door de hond die de hem aangewezen plaats niet verder dan één meter verlaat en die niet door hinderlijk janken of blaffen ongerustheid toont.
Volmaakt
De proef is volmaakt afgelegd door de hond die door zijn voorjager in alle rust zijn plaats is gewezen, voorts geen enkele aandacht van zijn voorjager krijgt, zijn plaats in het geheel niet verlaat en rustig en vol vertrouwen op zijn voorjager wacht.
Proef D - Apport te land
Beschrijving van de proef
a. De hond wordt zonder halsband, los voorgejaagd.
b. De hond moet de bij proef C geworpen dummy apporteren.
c. De valplaats dient zodanig te worden gekozen, dat de hond vanaf de positie bij de voorjager de dummy kan zien liggen.
d. Na beëindiging van proef C volgt de hond zonder lijn of halsband naar een gemarkeerde plek waarvan de keurmeester heeft bepaald dat de hond daar vandaan mag worden ingezet. De afstand naar deze plek bedraagt ongeveer 5 meter vanaf de plaats waar proef C is beëindigd. De afstand naar de dummy bedraagt ongeveer 25 meter. Deze ligt zoveel mogelijk in het verlengde van de aflegplek van proef C.
e. De hond mag in opdracht van de keurmeester, worden uitgestuurd om de dummy te apporteren.
f. De voorjager mag tijdens de uitvoering van de proef de hem aangewezen plaats niet verlaten.
g. De hond moet de dummy binnen handbereik van de voorjager brengen.
h. Proef D wordt altijd in combinatie met proef C uitgevoerd. De gebruikte groene canvas dummy weegt ongeveer 500 gram.
Beoordeling van de proef
Algemeen
De hond die onhoudbaar inspringt, kan maximaal een 7 krijgen. De hond die na het inspringen binnen 5 meter vanaf de plaats van de voorjager wordt gestopt, is niet onhoudbaar ingesprongen en kan maximaal een 8 krijgen. Het beoordelen van de wil tot apporteren en de wijze van uitvoering staat centraal.
Het kortstondig naar de dummy zoeken leidt niet tot een onvoldoende. Bij een cumulatie van fouten is de proef onvoldoende afgelegd.
Voldoende
De proef is voldoende afgelegd door de hond die de dummy opneemt en naar zijn voorjager brengt, ongeacht of hij inspringt, verpakt, of hij zittend of staande afgeeft.
Kort zoeken is hierbij toegestaan.
Volmaakt
De proef is volmaakt afgelegd door de hond die geen aandacht van de voorjager vergt, die voordat hij wordt uitgezonden, niet piept, jankt of blaft, die niet inspringt, het commando tot apporteren afwacht, snel naar de dummy gaat en een "model apport" uitvoert.
Proef E - Apport uit diep water
Beschrijving van de proef
a. De hond wordt zonder halsband, los voorgejaagd.
b. De hond moet een in overzichtelijk, diep water geworpen zogenaamde kunststof grote wilde eend (kleur woerd) van ongeveer 560 gram apporteren.
c. De keurmeester zal de voorjager de plaats wijzen waar vandaan hij zijn hond moet inzetten en waar de hond de eend naar toe moet brengen. Deze plaats zal zodanig worden gekozen, dat deze afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden ongeveer 5 tot 10 meter uit de waterkant ligt en op 10 meter vanaf geweer en werper.
d. De eend moet op een zodanige plaats in het water worden geworpen, dat de hond om de eend te bereiken, moet zwemmen.
e. De valplaats dient zo te worden gekozen, dat de hond vanaf de positie bij de voorjager de eend kan zien vallen.
f. Tijdens het werpen van de eend wordt een schot gelost. Werper en geweer blijven gedurende de hele proef op hun plaats staan. Het schot wordt afgegeven op het moment dat de eend op het hoogste punt is.
g. De keurmeester geeft een seconde nadat de eend is gevallen, een teken aan de voorjager om de eend te laten apporteren.
h. De keurmeester neemt een zodanige positie in dat hij het opnemen van de eend kan zien.
i. De voorjager mag tijdens de uitvoering van de proef de hem aangewezen plaats niet verlaten.
j. De hond moet de eend binnen handbereik van de voorjager brengen.
Beoordeling van de proef
Algemeen
De hond die onhoudbaar inspringt, kan maximaal een 7 krijgen. De hond die vóór de waterkant na ingesprongen te zijn, kan worden gestopt is niet onhoudbaar ingesprongen en kan maximaal een 8 krijgen. De voorjager mag de hond voor een voldoende uitvoering maximaal drie maal de opdracht geven om te water te gaan.
Hij mag de hond als deze zonder eend uit het water terugkeert nog éénmaal inzetten.
Voldoende
De proef is voldoende afgelegd door de hond die de eend aanneemt en naar zijn voorjager brengt, ongeacht of hij tijdens het werpen inspringt, verpakt, zich uitschudt, of hij zittend of staande afgeeft.
Volmaakt
De proef is volmaakt afgelegd door de hond die geen aandacht van de voorjager vergt, die voordat hij wordt uitgezonden, niet piept, jankt of blaft, die niet inspringt, het commando tot apporteren afwacht, daarna onmiddellijk te water gaat, snel naar de eend zwemt en een "model apport" uitvoert.